Paragraaf financiering

De paragraaf 'financiering' bevat de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Het geeft inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte.

Treasury

Uitgangspunt voor het treasurybeleid van de gemeente Uithoorn is een actief treasurybeheer. Waarbij met het oog op de publieke taak en het beheersen van mogelijke risico’s, binnen een kader van terughoudendheid en zorgvuldigheid, wordt gestreefd naar een optimaal resultaat bij het aantrekken van vreemd vermogen en het uitzetten van liquide middelen.

Interne ontwikkelingen

Financieringsbehoefte

Door de verkoop van Eneco beschikte Uithoorn in 2021 nog over ruime liquide middelen. De verwachting is dat we in 2022 opnieuw leningen aan moeten trekken voor investeringen en voor herfinanciering van bestaande leningen.

Externe ontwikkelingen

Renteontwikkeling

De ECB blijft vooralsnog een ruim monetair beleid voeren. De leningen in het kader van de derde targeted longer-term refinancing operations (TLTRO III) aan banken lopen door tot juni 2022. Voorts blijft de centrale bank tot maart 2022 effecten aankopen onder het pandemic emergency purchase programme (PEPP). Mede gelet op de onzekerheid over het verloop van corona zal de centrale bank waarschijnlijk ook na maart 2022 effecten blijven aankopen. De lange rentetarieven zullen daardoor lager uitkomen dan eerder was voorzien.

De prognose van de BNG voor een 10-jaars staatslening over een jaar is 0 %. De rente voor een 30-jaars lening schommelt nog steeds rond de 0,5 %. Op basis van deze prognoses hanteren we in de begroting voor toekomstige leningen een rentepercentage van 0,5% in lijn met de huidige rente.

Risicobeheer

Renterisiconorm

Doel van deze norm uit hoofde van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) is te voorkomen dat bij herfinanciering en/of renteherziening van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rentestand grote schokken optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. De norm beperkt de budgettaire risico’s. De jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van de totale lasten van de begroting.

Het renterisico op de vaste schuld wordt berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden geherfinancierd. Of waar op grond van de leningvoorwaarden de rente eenzijdig door de tegenpartij kan worden herzien. De wet stelt criteria voor de berekening van het risico op de vaste schulden, zoals deze zijn vastgelegd in de definitie van de renterisiconorm. Door middel van deze norm wordt een kader gesteld waarmee een zodanige opbouw van de langlopende leningen wordt bereikt, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt.

Modelstaat B (bedragen x 1000) Variabelen renterisiconorm

2022

2023

2024

2025

1

Renteherzieningen

-

-

-

-

2

Betaalde aflossingen vaste schuld

4.618

4.618

4.618

4.623

3

Renterisico op vaste schuld (1+2)

4.618

4.618

4.618

4.623

4a

Begrotingstotaal

80.555

76.229

76.796

75.404

4b

Bij ministeriele regeling vastgesteld percentage

20%

20%

20%

20%

4

Renterisiconorm

16.111

15.246

15.359

15.081

5a

Ruimte onder renterisiconorm (4-3)

11.493

10.628

10.741

10.458

Kasgeldlimiet

Het renterisico op korte termijn financiering (leningen met een looptijd korter dan één jaar) wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet. Deze stelt beperkingen aan financiering van uitgaven met korte termijn leningen. Op basis van de Wet fido bedraagt de kasgeldlimiet 8,5% over de omvang van de begroting. Door de hogere begrotingsomvang stijgt ook de kasgeldlimiet. Voor het begrotingsjaar is de kasgeldlimiet € 6,8 miljoen (8,5% x € 80 miljoen). Indien twee opeenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschreden wordt, merkt de toezichthouder dit aan als structureel. In dat geval verplicht de toezichthouder de gemeente maatregelen te treffen om de overschrijding teniet te doen.

De financieringsbehoefte wordt voor een deel gedekt door langlopende geldleningen. Vooralsnog blijven we ruim binnen de kasgeldlimiet.

(Meerjarige) rente-ontwikkelingen en afdekken van renterisico’s

Vanwege nieuwe investeringen en afloop van leningen komt de nadruk meer te liggen op langlopende leningen. De verwachting is dat we daarbij meer kunnen profiteren van de historisch lage rente op de geld- en kapitaalmarkt.

De rentelasten en -baten verbonden aan de financieringsfunctie.

In onderstaand schema is het renteresultaat voor 2022 en verder in beeld gebracht.

Rentetoerekening

2022

2023

2024

2025

a

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

1.723

1.656

1.572

1.481

b

-/- De externe rentebaten

92

-

-

-

Saldo rentelasten en rentebaten

1.631

1.656

1.572

1.481

c1

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

62

15

15

15

c2

-/- de rente projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden doorberekend

-

-

-

c3

De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

-

-

-

-

Subtotaal c

62

15

15

15

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

1.569

1.641

1.557

1.466

d1

Rente over eigen vermogen

842

833

827

800

d2

Rente over voorzieningen

68

68

68

68

Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente

2.479

2.542

2.452

2.335

e

De aan de taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

2.693

2.475

2.291

2.286

f

Rente resultaat op het taakveld Treasury

-214

68

161

49

Stel uw document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf